+31 6 55800085 / bee@japsmits.nl
Advies beheerbranden
Na jarenlang plaggen als EGM maatregel met als doel stikstof van de droge heidebodem te verwijderen is daar sinds enkele jaren een eind aan gekomen.
Plaggen wordt nog wel gesubsidieerd in de vochtige heide. Daar kan het doorbreken van dichte pijpenstrootje vegetaties zorgen voor kleinschalig herstel waarbij pionierssoorten weer de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. De schaal waarop geplagd kan worden is afhankelijk van de oppervlakte aan gedegenereerde, vergraste vegetaties. Omdat heidevegetaties inclusief hun cryptobionten flora en fauna relatief lang nodig hebben om zich te herstellen is het zaak zo kleinschalig mogelijk te plaggen waarbij de beoogde soorten de mogelijkheid krijgen om zo snel mogelijk de geplagde delen weer te bevolken.
Rond het begin van deze eeuw is daarvoor het visgraatplaggen ingevoerd. Hiermee kan plaggen redelijk efficiënt en ecologisch verantwoord op iets grotere schaal worden toegepast.