+31 6 55800085 / bee@japsmits.nl
Advies beheerbranden
Toepassingen beheerbranden; Prescribed Burning
Het branden van heide(achtige)vegetaties is in West-Europa al 5000 jaar een (agrarisch) gebruik. Van kleinschalig in de late steentijd tot grootschalig in de 19e eeuw. Vooral boeren met schapen en geiten hadden voor hun schapen (vers) gras nodig. Door intensieve begrazing op onze droge zandgronden kregen heidestruiken de ruimte om zich goed te ontwikkelen. Schapen eten doorgaans liever gras dan heide waardoor de boeren met regelmaat de dominantie van heidestruiken probeerden te doorbreken door te branden. Na het branden kwamen grassen weer snel terug totdat na begrazing de struik(heide) weer in sluiting kwam. Hierdoor ontstond een brandcyclus van eens in de 8 tot 12 jaar branden. Deze brandcyclus zorgde ervoor dat in ons land grote open oppervlaktes aan woeste gronden ontstonden die grotendeels uit heidevegetaties bestonden met weinig bomen.
In mijn vorig werkgebied de Strabrechtse Heide viel het branden van heidevegetaties al vanaf de 60er jaren van de vorige eeuw onder regulier beheer. Kleinschalig beheerbranden (≤ 0,5 ha) werd echter pas vanaf het begin van deze eeuw ingevoerd.
Beheerbranden wordt tegenwoordig toegepast bij het verjongen van heidevegetaties. Dat kunnen door pijpenstrootje gras gedomineerde droge of vochtige heidevegetaties zijn. Ook oude verhouten struikheidevegetaties kunnen met behulp van een beheerbrand verjongd worden.
Door verandering van het klimaat zullen in de toekomst de kansen op een ongewilde natuurbrand toenemen. Door preventief brandbare vegetatie voortijdig te verwijderen kan kwetsbare infrastructuur, recreatie objecten en bebouwing veiliggesteld worden. Deze maatregel kan zo mogelijk in combinatie met reguliere beheermaatregelen toegepast worden.
De beste tijd om te branden is in de nawinter van half februari tot begin maart. De bodem is dan voldoende vochtig en veel diersoorten zijn nog in winterslaap. Voor het branden van max. 0,5 ha zijn minimaal 5 ervaren personen nodig. De windkracht mag niet hoger zijn dan 2 zwak en niet vlagerig (6-11 km/u)
Voor het beheerbranden is een gemeentelijke stookvergunning nodig. In overleg met de gemeente kan deze voor een periode van 5-10 jaar worden aangevraagd waarbij er voor het stoken een meldplicht geldt. Sommige gemeenten stellen het op prijs als het stoken wordt begeleid door de brandweer. Andere gemeenten gaan uit van de stookervaring van de natuurbeheerder en kan die na melding gewoon zelf aan de gang gaan.
Een stookmelding vooraf is belangrijk voor de meldkamers van politie en brandweer. Dit om onnodig uitrukken van de hulpdiensten te voorkomen.
Ter voorbereiding van het stoken kan er eerst een baan van ongeveer 4-5 meter breedte rond de te branden locatie worden gemaaid. Het maaisel kan vooraf in het te branden perceel worden gewerkt. Vlak voor het branden kan de maaibaan worden natgemaakt met behulp van een gierton.
Er zijn verschillende methoden om te branden. Met de wind mee gaat snel en ondiep. Tegen de wind in gaat langzaam waarbij een deel van de humuslaag mee verbrand. Het laatste kan van belang zijn bij veel ondergroei van mossen of dikke blad- of humuslaag.