+31 6 55800085 / bee@japsmits.nl
Cursus -
Cultuurhistorie
Onze huidige heidegebieden zijn het resultaat van decennia lang branden en begrazen.
Rond de tweede helft van de 18e eeuw stijgen de graan-, en houtprijzen met als resultaat de ontginning van de woeste (heide)gronden. In eerste instantie gaat het langzaam maar aan het einde van de 19e eeuw begon de import van mest en schapen. Zandverstuivingen bedreigden hele dorpen en de behoefte aan (dennen)hout voor de mijnbouw nam snel toe. Subsidies voor het aanplanten van bos verschenen. De uitvinding van kunstmest gaf de genadeklap omdat de schapen niet meer nodig waren voor de mestproductie. De oorspronkelijke 600.000 ha woeste gronden nam in rap tempo af. Ook de verstedelijking nam toe. Na de Tweede Wereldoorlog was er behoefte aan wederopbouw van ons land met als resultaat een sterke uitbreiding van het landbouwareaal. Het resultaat is dat we nu nog maar zo'n 43.000 ha woeste (heide, hoogveen) grond over hebben. Een groot deel van het endemische heidecultuurlandschap heeft ruimte moeten maken voor andersoortige landschappen. Het eens zo omvangrijke heidecultuurlandschap is zeldzaam geworden, in kwaliteit geslonken en heeft last van onze huidige wijze van leven.